vrijdag 21 maart 2014

Pelgrimeren en diaconie

Pelgrimeren en diaconie, de twee hoofdthema's van mijn sabbat, hebben verschillende raakvlakken. Ik noem er enkele:

1. De rol van kloosters
Historisch speelden kloosters een belangrijke rol, zowel bij de ontwikkeling van diaconie als bij pelgrimeren.
In zijn historische schets van de  diaconie typeert Peter Nissen de fase tussen het einde van het Romeinse rijk en de Hoge Middeleeuwen als het kloosterlijke model van diaconie. Het zijn de kloosters, verbonden aan de bisschopskerk, die de zorg gaan dragen voor armenzorg en de daaruit voortkomende instituties, zoals ziekenhuizen, weeshuizen, armenhuizen, onderwijs. De eerste ziekenhuizen ontstaan uit de opvanghuizen voor zieke pelgrims (hospitium in het Latijn). Woorden als hospitaal en gasthuis herinneren hier nog aan. Ziekenzorg komt voort uit gastvrijheid.
Bij de ontwikkeling van (middeleeuwse) bedevaarten spelen kloosters ook een belangrijke rol. Het vestigen van een klooster bij een heilige plek (het bedevaartsoord) ligt voor de hand. Later worden kloosters soms ook doelbewust gesticht langs drukke pelgrimswegen om onderdak te kunnen bieden aan de pelgrimsstromen.
Op zijn webpagina over zorggeschiedenis geeft Jurjen Vis een mooi voorbeeld uit ons eigen land: "Zo komt het oudste Alkmaarse gasthuis (1341) voort uit het gasthuis bij de Abdij van Egmond. Dat was ontstaan omdat pelgrims vanaf de vroege middeleeuwen (8ste eeuw) genezing zochten en vonden bij het gebeente van Sint Adalbert dat in Egmond werd bewaard."

2. Spiritualiteit
Een pelgrim verlaat zijn vertrouwde bestaan en gaat op weg naar een heilige plaats, een plek waar een heilige is gestorven of waar een bijzondere gebeurtenis heeft plaats gevonden. De weg die een pelgrim gaat, staat symbool voor de levensweg en voor de geloofsweg.
Als je goed luistert naar het verhaal van de Barmhartige Samaritaan kan je heel wat parallellen ontdekken.
Er was eens iemand die van Jeruzalem naar Jericho reisde en onderweg werd overvallen door rovers, die hem zijn kleren uittrokken, hem mishandelden en hem daarna halfdood achterlieten. Toevallig kwam er een priester langs, maar toen hij het slachtoffer zag liggen, liep hij met een boog om hem heen. Er kwam ook een Leviet langs, maar bij het zien van het slachtoffer liep ook hij met een boog om hem heen. Een Samaritaan echter, die op reis was, kreeg medelijden toen hij hem zag liggen. Hij ging naar de gewonde man toe, goot olie en wijn over zijn wonden en verbond ze. Hij zette hem op zijn eigen rijdier en bracht hem naar een logement, waar hij voor hem zorgde. De volgende morgen gaf hij twee denarie aan de eigenaar en zei: “Zorg voor hem, en als u meer kosten moet maken, zal ik u die op mijn terugreis vergoeden.” (Lc 10, 30 -35)

Diaconie - zorg verlenen aan een mens in nood - is heel concreet handelen, maar het is ook een spirituele activiteit (vgl. de beleidsnota diaconie van het aartsbisdom Utrecht, 'In Gods naam doen', p. 42-43). Je kan het zien als een weg gaan, een weg met verschillende stappen.
 
De eerste stap is: je openstellen voor de ander en diens nood. Dat houdt ook in: je losmaken van iets anders, van je eigen besognes, je eigen vooropgezette ideeën en bedoelingen. De priester en de leviet waren daartoe niet in staat. Zij - en wij - ontlopen de ellende graag.

De tweede stap: de Samaritaan loopt er niet met een boog omheen, maar hij stapt er op af. Toen hij de man aan de kant van de weg zag liggen, kreeg hij medelijden. Je moet eerst zien, dan gebeurt er iets met je.

Derde stap: als je zo geraakt wordt, sta je voor een keuze: vluchten of iets doen. Het draaipunt van toewijding naar toewending ligt bij het geraakt worden door de ander, door God. Je gaat een verbinding aan met de ander. Toewijding en zorg krijgen zo een praktische gestalte.

De vierde stap: je moet een nieuwe bekoring overwinnen: jezelf onmisbaar maken. De Samaritaan draagt de zorg over aan de herbergier en vervolgt zijn weg. Hij blijft wel betrokken, maar schakelt anderen in.

Zo diaconie bedrijven heeft wel wat van het gaan van een pelgrimsweg. Of zoals Herman Andriessen eens schreef:

De weg naar klare barmhartigheid

Wat is moeilijker dan de weg naar klare barmhartigheid?
Zonder barmhartigheid kan niemand bestaan.
Maar de hardheid van ons gemoed en ons eigenbelang
zijn tegenkrachten, die maar moeizaam overwonnen worden.

De pelgrimsweg is voor deze dingen een werkelijke leerschool,
want hij maakt ons tot armen in een vreemd land....

3. De pelgrimstocht als vindplaats van diaconie
Mensen gaan om heel verschillende redenen op pelgrimstocht of bedevaart. Op dit complex van motieven kom in zeker nog terug. Een van de motieven is het zoeken van genezing, lichamelijk, psychisch en/of geestelijk. Dat is heel duidelijk bij mensen die naar Lourdes gaan. Een pelgrimstocht wordt ook vaak ondernomen als overgangsritueel van de ene levensfase naar de andere. Hoeveel mensen lopen niet naar Santiago als ze hun studie hebben afgesloten, met pensioen gaan of een relatie is beeindigd.

4. Aalmoezen geven/barmhartigheid doen
Het geven van aalmoezen was vroeger een standaardpraktijk van mensen die op bedevaart gingen. Een zitplaats bij de ingang van een bedevaartskerk was een zeer begeerde plek voor bedelaars en zwervers. Daar viel wat te halen.
De ervaring van een bedevaart zet mensen aan om hun gedrag blijvend te veranderen en te gaan wijden aan het helpen van anderen.

Onlangs kwam ik ook een mooi verhaal tegen in het boek van Gert Landman over het Ierse hoogkruis in De Bilt.  In de herfst van 2013 is daar een hoogkruis opgericht om te gedenken, dat  rond het jaar 1113 enkele ridders zich terug trokken in het veen om er een klooster te stichten. Een middeleeuwse kroniek meldt dat één van deze ridders, waarschijnlijk Theoderik, vooraf op bedevaart was geweest naar de louteringsgrot van St. Patrick in Noord-West Ierland. Uit heel Europa kwamen daar ridders naar toe om boete te doen voor hun krijgsverleden en een ander leven te beginnen.
Kennelijk heeft die ebdevaart indruk gemaakt. Gelouterd kwam Theoderik terug en stichtte samen met ridder Herman het Sint Laurensklooster bij Oostbroek. (Laurens is de diaken Laurentius, een populaire diaconale heilige die ook patroonheilige is van de steden Alkmaar en Rotterdam).Vanuit het klooster werd het omliggende moerasgebied ontgonnen en zo ontstonden in de loop van enkele eeuwen de kernen van de huidige gemeente De Bilt.

5. Financieren van een bedevaart
In mijn cursus 'Het Handwerk van de PCI' gaat een van de oefeningen over criteria voor financiele hulpverlening. De meest heftige emoties roept een aanvraag op voor de bekostiging van een bedevaart naar Lourdes voor een oudere vrouw die ziekelijk is, al enige jaren niet op vakantie is geweest en de bedevaart niet zelf kan betalen. Is dit nu een nood, die een PCI kan bekostigen? Voor sommigen is het ecident, anderen zijn mordicus tegen.

6. De pelgrimstocht als fondswerving voor een goed doel
Sportieve prestaties zijn tegenwoordig in als middel om geld in te zamelen voor een goed doel. Jij ziet af en tegelijk wordt een ander er beter van. Dat zie je vooral bij de kankerbestrijding (denk aan Alpe d'HuZes, RopaRun, Samenloop voor Hoop, Mariekeloop e.d.). Maar mensen gaan ook op weg naar Santiago en laten zich sponsoren voor een ontwikkelingsproject of een ander goed doel.

Misschien zijn er nog wel meer raakvlakken of kunnen de raakvlakken nog wat pregnanter ingevuld worden. De tijd zal het leren.

maandag 10 maart 2014

Pelgrimeren (1)

Het is niet voor het eerst, dat ik mij ga verdiepen in de literatuur over pelgrimeren. In 2010 leidde ik een project bij het bisdom Rotterdam over pelgrimages en bedevaarten onder de titel 'Met lichaam, ziel en geest op stap'. In dat kader heb ik toen ook enige literatuur bestudeerd. De tekst die nu volgt, is een enigszins bewerkte versie van een tekst die ik indertijd voor de website van het bisdom heb geschreven. Hij kan mooi dienen als uitgangsbasis voor mijn sabbatverlof.

Pelgrimeren
Als uitgangspunt gebruikte ik toen de omschrijving van Ian Bradley uit zijn boek 'Pilgrimage' (2009)
het achterlaten van het dagelijks leven op een reis op zoek naar spiritueel welzijn.
De reis gaat daarbij naar een plaats waar een bijzondere gebeurtenis heeft plaats gevonden of waar een heilige wordt herdacht. Die reis kan lang zijn of kort, maar essentieel is dat je je eigen woonplaats, je werkplek, je parochie verlaat: je moet je dagelijks leven achterlaten.
Later kwam ik ook een omschrijving tegen van P.J. Margry, die in zijn bondigheid mij ook aanspreekt. Een bedevaart of pelgrimage is een "religieus geïnspireerde individuele of collectieve tocht naar een heilige plaats."

De getallenIn de christelijke bedevaarttraditie is het aanwezig zijn op de heilige plaats het meest essentieel. Alleen al in West-Europa zijn meer dan 6000 levende bedevaartplaatsen vastgesteld. Deze pelgrimsoorden zijn voor 66 % gewijd aan Maria, voor 26 % aan een apostel of heilige en voor 7 % aan Christus. De digitale databank ‘Bedevaart en bedevaartplaatsen in Nederland’ vermeldt 666 bedevaartplaatsen, die in ons land bestaan (250) of ooit hebben bestaan. Ongeveer vijftig daarvan liggen in de provincie Zuid-Holland. De bedevaarten uit de Middeleeuwen verdwenen hier na de reformatie, toen het katholieken in de Republiek verboden werd hun godsdienst publiekelijk uit te oefenen. Mensen die toch op bedevaart wilden, weken uit naar bedevaartoorden net over de grens zoals Kevelaer en Scherpenheuvel.
In de 19e of 20e eeuw hebben een aantal plaatsen een herleving gekend of werden een nieuwe bedevaartplaats. Momenteel kent het bisdom Rotterdam tien levende bedevaartplaatsen.

De reisVeel bedevaarten hebben de vorm van een georganiseerde gezamenlijke gebedstocht. Maar mensen gaan ook individueel op reis naar een pelgrimsoord of een andere betekenisvolle plek.
Pelgrimeren beperkt zich niet tot de christelijke wereld. Ook andere culturen kennen dit verschijnsel. Pelgrimeren heeft een antropologische basis: de mens op zoek naar het heilige, op zoek naar de zin van het bestaan.

Met lichaam...Pelgrimeren is een heel lijfelijke en zintuiglijke activiteit. Tijdens een pelgrimage kun je allerlei dingen doen: lopen, zingen, bidden, praten, symbolische handelingen verrichten (stenen wegwerpen, water sprenkelen, handen laten opleggen, e.d.). Het is voor velen gemakkelijker om je geloof lopend te uiten dan pratend. Een aantrekkelijke kant van pelgrimeren is verder, dat je tijdelijk deel uit maakt van een egalitaire gemeenschap: tijdens een pelgrimstocht vallen allerlei sociale verschillen weg.

...ziel en geest
Pelgrimeren is een populair thema, dat brede groepen aanspreekt, ook mensen die niet of niet meer zo kerks zijn. Het is zo ook relevant in het kader van de missionaire kerk. In onze cultuur is het immers niet zo vanzelfsprekend om met anderen over zingeving en spiritualiteit te spreken. Pelgrimerend wandelen maakt dat gemakkelijker. In de ontmoeting met anderen komen mensen al pratend tot gedachten en inzichten die ze wellicht niet eerder uit konden of wilden spreken. En daarin kan, soms, ook iets oplichten van de Ander. Dat gebeurt bijna terloops en ongezocht.

Gemeenschap
De pelgrimstocht biedt het kader, waarin deze ontmoetingen kunnen plaats vinden. Je kunt je aansluiten bij de tijdelijke gemeenschap onderweg, bij het grotere gebeuren in het bedevaartsoord, bij de geloofsbeleving die daaruit spreekt, bij degenen die je hierin zijn voorgegaan. De routes naar Santiago de Compostela of andere grotere bedevaartplaatsen zijn kralensnoeren van verhalen van pelgrims.

Geloofsweg
Ten slotte, de pelgrimsweg kun je zien als een symbool van de levensweg én van de geloofsweg. Op de pelgrimsweg treden dezelfde verschijnselen op als op de andere wegen: de werking van het verlangen, onderlinge conflicten, gelukservaringen, ervaringen van eenzaamheid en samenzijn, confrontatie met eigen beperkingen, twijfel, vinden van zin en geloof.
Veel pelgrims hebben de ervaring opgedaan, dat een pelgrimstocht een weldadige werking heeft. Zij zijn zich meer bewust geworden van de kwaliteit van het leven. Tijdens een pelgrimstocht neem je even afstand van het gewone dagelijkse leven en worden basale zaken belangrijk.
Nu kan niet iedereen een lange pelgrimstocht maken, maar ook beknopte vormen kunnen spiritueel weldadig zijn. En je kunt de beleving cultiveren door bewust enige rituelen en handelingselementen in te bouwen in de trits voorbereiding – vertrek (achterlaten) – onderweg zijn – aankomen – terugreizen. Een afwisseling van lopen, zingen, zwijgen, lezen van teksten en gezamenlijke reflectie daarop is daarbij behulpzaam.