In dat kader kwam bij een recent overleg van PCI-en in de kring Leiduinen (Leiden, Bollenstreek en omgeving) de gedachte op om contact te leggen met zorgnetwerken. De PCI-en nodigden twee medewerkers van de GGD Hollands Midden Uit om hen te informeren over de mogelijkheden. Het werd een heel interessante uitwisseling, die ook van belang kan zijn voor andere regio's. Daarom wijd ik er een bijdrage aan.
Meldpunt Zorg en Overlast
Elke gemeente heeft een Meldpunt Zorg en Overlast, dat is ondergebracht bij de GGD. Het Meldpunt is vooral bedoeld voor zorgmijders met complexe problemen. Bij een melding onderzoekt men wat er speelt. Medewerkers van het team zijn vaardig in het motiveren van mensen om toch hulp te aanvaarden. Het regelt de toeleiding naar zorg, adviseert zorgpartijen en voert de regie.
Elke gemeente heeft een zorgnetwerk, dat minstens één keer
per vier of zes weken bijeenkomt onder voorzitterschap van de GGD, in de stad
Leiden zelfs wekelijks. Daaraan nemen in ieder geval medewerkers deel van de
verslavingszorg, de GGZ, het maatschappelijk werk en de maatschappelijke
opvang, soms uitgebreid met de wijkagent, de woningbouwcorporatie, de stichting
MEE en de schuldhulpverlening.
Bij dreigende huisuitzettingen wordt altijd een melding
gedaan, als het een gezin betreft. Daarvoor is een convenant gesloten tussen de
schuldhulpverlening, het maatschappelijk werk, de woningbouwcorporaties en de
GGD. Daardoor kan snel een regeling getroffen worden om de lopende huur te
betalen. Dat geeft ruimte voor een regeling van de verdere schulden en de
aanpak van andere problemen. Als de huisuitzetting een individu of een stel
zonder kinderen betreft, is melding vooraf alleen verplicht, als het om een
kwetsbaar persoon gaat. Of dat het geval is, moet door de woningbouwcorporatie zelf
beoordeeld worden. De nutsbedrijven doen nog niet aan dit convenant mee.
In het convenant komen de kerken en diaconieën niet voor. Wel
hebben leden van het zorgnetwerk soms persoonlijke contacten met PCI-en of
diaconieën. In een enkel geval benaderen ze de kerken om een financiële
bijdrage ter voorkoming van een ontruiming, als men denkt dat dat een
meerwaarde heeft.
Het zorgnetwerk organiseert soms ook een rondetafelgesprek,
waarbij zorgpartijen aanschuiven die belang hebben bij deze casus. Het doel van
dit gesprek is om samen een plan met harde afspraken te maken, het liefst met
de cliënt erbij. Per cliënt wordt een regiehouder aangewezen. Het zorgnetwerk
kan wel drang uitoefenen, maar geen dwang.
Verschil met sociale wijkteams
Opgemerkt wordt, dat het zorgnetwerk iets anders is dan de
sociale wijkteams, die nu overal in opkomst zijn. Het zorgnetwerk is speciaal
bedoeld voor zorgwekkende zorgmijders, de sociale wijkteams hebben een
algemenere insteek Ze willen de sociale omgeving organiseren en zorg, welzijn
en preventie op elkaar afstemmen. Hier komen de drie decentralisaties (Participatiewet, nieuwe Wmo en jeugdzorg) samen.
Het sociale wijkteam richt zich op individuele en collectieve vragen in de wijk
en probeert daarbij zonder indicatie een oplossing te bieden.
Verbeteren
van contacten
In de meeste gemeenten blijken er nauwelijks contacten te
bestaan tussen de zorgnetwerken en de
PCI-en of diaconieën. Toch kunnen die contacten nuttig zijn voor beide
partijen. Zo kan een PCI contact opnemen met het Meldpunt voor advies,
consultatie of een melding, als de PCI
te maken heeft met een cliënt waarvan men vermoedt dat er complexe
problemen spelen achter de hulpvraag.
Op de website www.ggdhm.nl
is een aanmeldformulier voor een melding te vinden: http://www.ggdhm.nl/thema-s/item/meldingsformulier-burgers-leiden-regio-zuid-holland-noord/meldingsformulier-leiden-regio-zuid-holland-noord
Als bij een PCI een hulpvraag is binnengekomen en men vermoedt dat er sprake is
van een complexe problematiek, kan men ook naar het meldpunt bellen en vragen,
of de persoon bekend is.
Anderzijds zou het zorgnetwerk in dringende gevallen een
beroep kunnen doen op de PCI voor financiële hulp voor een cliënt, als er geen
voorliggende voorzieningen zijn. Om die contacten mogelijk te maken, is afgesproken de adressen van PCI-en en de gemeentelijke contactpersonen van de
Meldpunten uit te wisselen. Zo is het mogelijk contact met elkaar te leggen en beide netwerken op elkaar te betrekken, zonder dat de PCI onderdeel wordt van de officiële hulpverlening.