woensdag 26 juli 2017

Romaria da Terra 1


I.                   Pelgrimeren met een missie


 
Onlangs verscheen het eerste Camino Cahier met als titel ‘Onderweg met een missie’.  Daarin zijn de teksten opgenomen van een studiedag, die de Camino Academie op 24 november 2016 heeft georganiseerd. Aanleiding voor deze studiedag was de constatering, dat individuele tochten en pelgrimages, in het bijzonder de Camino naar Santiago, steeds meer verbonden worden met een doel en het inzamelen van geld daarvoor. Vaak gaat het om de bestrijding van ziekten, maar ook wordt er geld opgehaald voor derde wereld projecten. De pelgrimage wordt zo een sponsorloop. De auteurs benaderen dit verschijnsel vanuit verschillende invalshoeken en aan de hand van verschillende voorbeelden uit de praktijk. Binnenkort wil ik veel uitvoeriger bij dit cahier stil staan. Nu pak ik één element er uit.

Twee typen


Paul Post brengt in zijn bijdrage het veld in kaart. Hij maakt daarbij een onderscheid in twee typen: op weg gaan voor een materieel goed doel, waarbij je kan denken aan het geld inzamelen voor ziekten, projecten in Oost-Europa of de derde wereld, ziekenhuizen, armoedebestrijding e.d. En tochten, waarbij het doel ideëel van aard is. Dan gaat het om “vrede, gerechtigheid, natuurbehoud, bezinning met religieuze of spirituele dimensies, harmonie en eenheid, rechtvaardigheid voor armen, of Europese eenheid, of expliciet religieuze missies.” (p. 14)
 

Hybride vormen


De onderscheiding is niet waterdicht. Er zijn hybride vormen. Ik denk dan b.v. aan de Pelgrimstocht Vastenactie, die opvallend genoeg ontbreekt in Post’s opsomming van allerlei initiatieven uit 2016 (p. 11-12). Toen de Vastenactie in 2011 met deze activiteit begon, stond het materieel goede doel voorop. De intentie was een tweede inkomstenbron voor de Vastenactie te ontwikkelen naast de fondsenwervende acties in de parochies. Het succes van Alpe d’Huzes was het wenkende voorbeeld. Een miljoenenopbrengst was wellicht te ambitieus, maar meerdere tonnen moest toch haalbaar zijn, was de aanvankelijke gedachte. Het is anders gelopen. Het primaire doel van de Pelgrimstocht Vastenactie is tegenwoordig een ideële missie (inhoudelijke aandacht voor het Vastenactieproject en spirituele bezinning voor de deelnemers). Aan de deelnemers wordt nog steeds gevraagd om zich individueel te laten sponsoren, maar de totale opbrengst bedraagt niet meer dan 10.000 euro. Het Camino Cahier geeft een aantal inzichten, die deze ontwikkeling helpt verklaren. Maar die komen t.z.t. bij de bespreking van het Cahier wel aan de orde.

Nieuwe ontwikkeling?


Met het pelgrimeren voor een goed doel heb ik minder ervaring, behoudens dan twee pelgrimstochten van de Vastenactie (in 2012 en 2016), met pelgrimeren met een missie des te meer. Post wekt de indruk, dat de opkomst van tochten met een missie van recente datum is, hoewel hij wel refereert aan oudere tradities als protestmarsen, symbolische marsen, stille tochten en ommegangen, en de Pax Christi Voettochten.

Die voettochten komen ook niet uit de lucht vallen. Zeker in de eerste tien jaar van haar bestaan was de gezamenlijke bedevaart kern van de activiteiten van Pax Christi en vonden internationale congressen altijd plaats in een Mariabedevaartsoord. Gied ten Berge noemt in zijn bijdrage in het Cahier ook de tochten met het Aachener vredeskruis en de Frans-Duitse verzoeningsbedevaart naar Lourdes. (p. 23) Heel belangrijk zijn in dit verband ook de zogenaamde ‘gebedskruistochten voor de vrede’ die net na Tweede Wereldoorlog in Frankrijk werden gehouden en waarin de prille Pax Christibeweging een belangrijke rol vervulde. Hoe nieuw wil je het pelgrimeren met een missie hebben?
 
  

Mensen met een Missie


Ik bleef ook haken bij een zinnetje in de eerste schets van het fenomeen. “De organisatie Mensen met een Missie toont op haar site allerlei tochten, soms pelgrimages genoemd, voor vrede en gerechtigheid.” (p. 12) Het gaat dan in het bijzonder om het verslag van Marije Douma over een pelgrimage tegen onrechtvaardige behandeling van indianen in Mexico.

Misschien reageer ik wat overgevoelig, maar zouden die tochten voor vrede en gerechtigheid niet gewoon pelgrimages met een missie kunnen zijn? Dat is geen nieuw verschijnsel. In Brazilië bestaat de ‘Romaria da terra’, de grondbedevaart, al bijna veertig jaar. Ik was het bijna vergeten, maar in 1990 heb ik in mijn eerste periode als missiesecretaris van het bisdom Rotterdam (1984-1993) tijdens een reis door Brazilië zelf deel genomen aan een dergelijke tocht. Een verslag daarvan is later gepubliceerd in een boekje van de NMR. Ter illustratie sluit ik dit blog hiermee af. In een tweede deel zal ik nog wat commentaar bij het verschijnsel van de grondbedevaart geven.

 

II.                Beweging van mensen zonder land


 
 
Op zondag 22 juli 1990 vindt in Promissao de eerste Romaria da Terra van de deelstaat Sao Paulo plaats, georganiseerd door de Commissie voor het Grondpastoraat (CPT). Elders in Brazilië kent deze organisatie al langer de traditie om rond de Dag van de Landarbeider (25 juli) een grondbedevaart te organiseren. In het voorbereidingsboekje wordt daarover gezegd: “Een bedevaart is een tocht die het volk maakt naar een heilige plaats: een berg, een heiligdom, een grot…; plaatsen die zeer betekenisvol zijn voor het volk. Daar voelen zij een speciale aanwezigheid van God en ontvangen zij een nieuwe kracht voor het leven. Het volk vernieuwt er zijn belofte.”

Deze bedevaart gaat naar Promissao. Voor iedereen die actief is in de beweging van landlozen in Sao Paulo is dit stadje vol betekenissen. Het ligt in het bisdom Lins, dat de meeste grondconflicten, aanslagen en landbezettingen van de staat Sao Paulo kent. Maar in Promissao heeft zich ook een van de grootste succesvolle landonteigeningen van Brazilië (17.000 ha) voltrokken. En daarnaast is ok dat andere grote landbouwprobleem van Sao Paulo aanwezig: het werk in de suikerrietplantages. Het thema van de bedevaart is: “Grond, moeder van allen”.
 

Dezelfde medaille

Door een misverstand kom ik pas om half tien aan. Daardoor mis ik de openingsbijeenkomst op het plaatselijke voetbalveld. De stoet heeft zich al in beweging gezet. Ik sluit me snel aan bij de achterhoede.

Ruin vijftienduizend mensen lopen mee, afkomstig uit alle delen van Sao Paulo. Veel jonge mensen, maar ook ouderen, gekromd en verweerd door het harde werken op het land. Ik zie om me heen allerlei spandoeken met teksten. Sommige geven de plaats van herkomst aan. Andere bevatten politieke leuzen, waarin gevraagd wordt om echte landhervormingen. De mooiste tekst haakt in op het thema van de bedevaart. Door de vraag te stellen: “Volk: wees tot wanneer?” Ook zie ik een enkele vlag van de PT, de partij van Lula, en zorgt een geluidswagen van het Syndicat de Metallurgicos uit Campinas voor de versterking van de veelal religieuze strijdliederen. Tot de toppers behoort een lied, dat speciaal voor deze gelegenheid is geschreven op een melodie van een bekend lied uit de basisgemeenschappen. Spandoeken, vlaggen, liederen, ze geven mij het gevoel eerder deel te nemen aan een protestdemonstratie dan aan een bidtocht. Het unieke van deze Romaria is, dat protest en gebed, politiek en religie geen gescheiden zaken zijn, maar twee kanten van dezelfde medaille.

In diskrediet


De stoet loopt van het stadje naar het terrein van een landbouwschool, in de buurt van een landbezetting, zo’n tien kilometer verderop. Pater José Jansen, een Nederlander die veel met landbezetters werkt, vertelt mij onderweg dat in Promissao enige jaren geleden 17.000 hectare is onteigend krachtens de wet op de landhervorming. Ruim 750 families hebben een stuk grond toegewezen gekregen van 18 ha elk, ruimschoots genoeg om van te leven. Deze grond is toegewezen via de burgemeesters van een aantal steden en dorpen, en soms terechtgekomen bij mensen die er nauwelijks op voorbereid waren, en vaak ook als beloning voor bewezen diensten bij een verkiezingscampagne. De kolonisatie verloopt daarom niet al te succesvol. Jansen heeft de indruk, dat de gevolgde procedure dit ook minstens gedeeltelijk op het oog had, om de landhervormingen en de Sem terra-beweging in diskrediet te brengen.

Onderweg spreek ik ook met een priester uit Campinas, die veel werkt met kerkelijke basisgemeenschappen. Hij ziet in de Romaria een belangrijke mogelijkheid om stad en platteland bij elkaar te brengen. Veel stedelingen hebben nog een mentaliteit, die sterk met de grond verbonden is. Via de Romaria worden de bewegingen van landloze boeren met elkaar verbonden. Hij ziet als belangrijkste bijdrage van de bevrijdingstheologie en de basisgemeenschappen, dat geloof en leven weer met elkaar verbonden zijn. De Braziliaan is een religieus iemand, maar de traditionele kerk had het geloof nooit verbonden met leven, de strijd om grond, de strijd om te overleven. Dat waren altijd gescheiden zaken. Pas met de bevrijdingstheologie is het geloof sterk op het gewone leven betrokken en is de kerk ook actief geraakt in de strijd.
 


Verbondenheid


Tegen enen komen we aan op het terrein, waar de Romaria afgesloten wordt. Rondom staan allerlei kramen, waar voedsel en drank verkocht worden door diverse groepen. Slechts één kraampje verkoopt informatiemateriaal en T-shirts van de Commissie voor het Grondpastoraat. De eerste anderhalf uur is er een ‘vrije tribune’: iedereen die dat wil, mag het volk toespreken of iets spelen of zingen. Van die mogelijkheid wordt druk gebruik gemaakt. Op het veld heerst een plezierige stemming. Al rondlopend kom ik een aantal mensen tegen, die ik de week ervoor ontmoet heb in verschillende landbezettingsprojecten. De Romaria is duidelijk een verzamelplek voor eenieder, die actief is in de beweging van mensen zonder land.

Om drie uur vindt de slotviering plaats. Naast de geluidswagen is een platte vrachtwagen opgesteld, waarop enige tafels als altaar staan. Kardinaal Arns, vier bisschoppen en een menigte priesters gaan in de viering voor. Sommigen zijn onmiskenbaar actief in de commissie. Een jonge man draagt een brede, rode stola met daarop het embleem van de ebweging van mensen zonder land. De eucharistieviering heeft een levendig karakter met veel gezang, geklap en gezwaai van armen. Kardinaal Arns maakt van de preek een gezamenlijk gebeuren door telkens na ene kort stuk een zin te laten herhalen door het volk. Tijdens de offerande wordt eerst een doek met een kaart van Sao Paulo getoond, met daarop alle landbezettingen en kolonisaties. Daarna komen mensen met de vruchten van het land naar het altaar. In deze viering ervaar ik een duidelijke verbondenheid tussen de strijd om te overleven en het geloof in Jezus als bevrijder. Het verbond tussen God en de mensen wordt hier vernieuwd. Er is toekomst, tegen alle geweld en onderdrukking in.

 
Tekst deel II uit: Als iemand zich verzet. Den Bosch, mei 1992, p. 10 -13

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten