donderdag 24 april 2014

Pelgrimeren 2

Struinend in de bibliotheek van de Open Gate vond ik een boek van Cintra Pemberton O.S.H. met de intrigerende titel " Soulfaring. Celtic Pilgrimage then and now." Pemberton is een Amerikaanse zuster van de Episcopal Order of St Helena en organiseert sinds 1992 vanuit New York pelgrimages naar Ierland, Schotland, Wales en het eiland Man. Daarnaast geeft zij workshops over Keltische spiritualiteit. Dit boek uit 1999 bestaat uit twee delen. Het grootste deel bestaat uit een beschrijving van 15 heilige plaatsen in de genoemde Keltische gebieden, die zij een of meerdere malen met een goep heeft bezocht. Naast historische wederwaardigheden geeft zij telkens ook een beschrijving van de plek en een fragment uit haar dagboek. Leuk om gelezen te hebben, maar niet direct iets voor mijn blog. Ik werd meer geraakt door het eerste deel, waarin zij in een aantal essays haar gedachten en kennis deelt met betrekking tot pelgrimeren en Keltische spiritualiteit. Haar benadering is veel spiritueler van aard dan mijn eigen eerste blog over pelgrimeren. Ik heb me daarom voorgenomen een aantal van haar essays wat uitvoeriger te bespreken. Dat is een mooie aanvulling en verrijking van de eerdere stukken. Laat ik beginnen met een introductie van pelgrimeren.


Pelgrimeren

In haar eerste essay introduceert zij een aantal aspecten van Keltische spirituaiteit en pelgrimeren. Pelgrimeren, in het bijzonder naar Keltische heilige plaatsen, vat zij op als "een manier om onze spirituele levens te verdiepen." (p. XVII) De omschrijving spreekt niet toevallig van 'ons'. Voor Pemberton is een pelgrimage een collectief gebeuren, hoe vrij zij verder ook omgaat met de bestemming (de heilige plaats die bezocht wordt) en de spirituele invulling. De groepen die zij begeleidt zijn altijd oecumenisch van samenstelling en niet zelden gaan ook niet-christenen mee. In die breedheid van bestemmingen en spiritualiteiten is zij een representant van de moderne pelgrim. 

Gemeenschap van de heiligen

Een kernbegrip in haar benadering is de 'gemeenschap van de heiligen'. Dat begrip krijgt volgens haar een nieuwe lading, als mensen heilige plaatsen bezoeken, die sinds lang worden geassocieerd met heiligen. Die heilige plaatsen kunnen kathedralen zijn, die zijn toegewijd aan belangrijke heiligen of apostelen, maar in de Keltische gebieden zijn het vaker kleine kerkjes of heilige bronnen, die zijn toegewijd aan een plaatselijke vrij onbekende heilige. Als je op een pelgrimstocht een dergelijke heilige plek bezoekt en er samen met andere pelgrims bidt, kan je iets gewaar worden van de aanwezigheid van deze heilige. Hoewel deze heiligen in het verleden leefden, staan zij naast ons in de grote gemeenschap van de heiligen.
Maar tot de gemeenschap van de heiligen behoren volgens haar ook alle andere mensen, die nu deze heilige plaatsen bezoeken en zij die deze plaatsen onderhouden. Daarom ook is contact met hen een vitaal aspect van een pelgrimstocht. "Op welke andere wijze kan iemand echt op zoek zijn naar zichzelf en naar het heilige, dan via bewust contact met andere mensen?" (p. 5)

De uiterlijke reis

Een pelgrimage begint al voor het vertrek, namelijk bij het besluit om op pelgrimstocht te gaan. Dan beginnen de voorbereidingen, en naarmate het doel verder weg ligt, vragen die meer aandacht. Als de reis met een groep wordt ondernomen, kan er vooraf ook al een heel inhoudelijk programma zijn met informatie over de reis, de bestemmingen en met gebed.
"Kenmerkend voor een pelgrimage is, dat die wordt gemaakt in het gezelschap van andere pelgrims, waarbij de hele groep dient als anamchairde (soulfriends) voor elkaar, wanneer men samen zoekt wat heilig is." (p. 5) De pelgrims delen onderweg hun spirituele ervaringen informeel met elkaar en zij bidden gezamenlijk. Dat gezamenlijke gebed is ook een belangijke bindende factor.

De eerste keer, dat de leden van de groep bijeenkomen, is een belangrijk onderdeel: wanneer een pelgrim een andere pelgrim ontmoet, begint al de gedeelde zoektocht naar het heilige. De reis die daarop volgt, de bezoeken aan de heilige plaatsen, de rondleidingen door gidsen, lezingen, gebedstijden, maaltijden, het schrijven van ansichtkaarten, het kopen van souvenirs, pelgrimstekens of andere herinneringen, en zelfs de terugreis zijn in de ogen van Pemberton allemaal onderdeel van de totale pelgrimservaring. Elk soort van interactie heeft zijn eigen waarde.
Tijdens de reis is het gebruik van de tijd van groot belang. Het gevaar bestaat dat een te lang gerekt bezoek aan een bepaalde plaats leidt tot overhaasten tijdens de rest van de dag. Dat moet worden voorkomen.

De innerlijke reis

Pelgrims moeten er altijd van bewust zijn dat tegelijk met de uiterlijke reis ook een innerlijke reis plaats vindt. Het delen van onderdak, de maaltijden en het transport is van belang, maar ook moet elke pelgrim een zekere hoeveelheid alleenzijn, tijd en ruimte hebben om zijn of haar ervaringen te verwerken. Voor sommige mensen zijn periodes van stilte van wezenlijk belang voor individuele reflectie. Maar er moet ook tijd zijn voor liturgieveringen, lezen en het bijhouden van een dagboek, als ook voor contact met het thuisfront. Bij een geslaagde pelgrimage is de uiterlijke reis nooit zo gevuld met activiteiten, dat er geen tijd meer is voor de innerlijke reis.
Samen bidden is daarbij van levensbelang. Pemberton denkt daarbij niet alleen aan de getijdengebeden en de eucharistie. Een gebed, dat de groep pelgrims dichter bij elkaar brengt, bevordert ook de innerlijke reis. Zo'n gebed gaat in op de kwetsbaarheid, die samenhangt met het delen van elkaars gedachten, ervaringen en inzichten. Zo' n gebed bindt mensen ook, omdat de ene gedachte leidt tot de andere. De deelnemers ervaren daardoor dat zij meer met elkaar gemeen hebben dan ze daarvoor dachten. Zo leren en groeien ze allemaal. "Het Welshe woord bendithion betekent 'het delen van zegeningen'. Het is uiteindelijk bendithion dat de pelgrim onderscheidt van de toerist en dat de uiterlijke reis verbindt met de innerlijke reis." (p. 7)
Een pelgrimsgebed houdt ook gezamenlijke voorbeden in voor de behoeften van de wereld, de kerk, de eigen geliefden en dankgebeden. Voor alles wat je onderweg hebt meegemaakt, maar ook voor al diegenen die deze pelgrimstocht hebben mogelijk gemaakt, inclusief het thuisfront.

De zoektocht naar het heilige

Een echte pelgrimage was en is altijd een zoektocht naar wat heilig is. De invulling hangt daarbij af van het in die tijd heersende begrip van God en de wereld. Hoe de Kelten indertijd God begrepen hebben, valt niet met zekerheid te zeggen, maar uit de vroegste bronnen komt naar voren dat voor de Kelten God heel immanent was, dichtbij, overal aanwezig. Ze waardeerden de numineze kwaliteiten ven bepaalde plekken in de natuur (water, bergen e.d.). Toen het christendom kwam, verbonden zij de fysieke plaats waar iemand sterft en God ziet met vroegere geloofsinhouden. Vanwege de opdracht in de evangelieen om de wereld in te gaan en leerlingen te maken, zagen zij de missionaire opdracht ook als een vitaal onderdeel van de zoektocht naar het heilige. In de verdere ontwikkeling van pelgrimeren bij de Kelten werd deze zoektocht naar het heilige altijd verbonden met reizen naar belangrijke heilige plekken, de persoonlijke reis naar een ontmoeting met God, een echt streven om Jezus na te volgen en een sterke toewijding om te evangeliseren.

Toerist of pelgrim?

Wat onderscheidt een pelgrim nu van een toerist? Wat maakt een pelgrimstocht nu anders dan b.v. een goeps(wandel)vakantie? Beide hebben een gezamenlijk doel gemeen, gedeelde interesses en het verlangen om bepaalde plaatsen te bezoeken. Maar bij een pelgrimage is er, aldus Pemberton, ook sprake van een dieper doel: "de groei van het innerlijke zelf en de totale existentiele ervaring. Daarom is de primaire focus van een pelgrimage de innerlijke groei, die voortkomt uit een uiterlijke reis." (p. 9) Even verderop omschrijft zij het verschil tussen een toerist en een pelgrim aldus: " een toerist bezoekt plaatsen om te zien, om in zich op te nemen, om er over te leren, om souvenirs te kopen en dan verder te gaan, maar een pelgrim komt om zichzelf aan te bieden en te delen met de mensen die er leven en werken om zo innerlijke groei te bevorderen." (p. 10, cursivering in tekst) De grens is overigens vloeiend.

Soulfaring (Zielevaart?)

Mensen vinden het heilige tegenwoordig op heel verschillende manieren, soms totaal onvoorspelbaar. Daarom is het volgens Pemberton van belang dat een moderne pelgrimage bestaat uit een rijke verscheidenheid aan plaatsen en belevingen. Daartoe kan een bezoek aan zeer bekende bedevaartoorden horen, zoals Clonmacnois en Newgrange in Ierland, St David' s Cathedral in zuid-west Wales, Lindisfarne in Northumbria of Iona in Schotland. Maar ook minder bekende en voor de hand liggende plaatsen kunnen een diepe spirituele ervaring oproepen.
Zich baserend op een uitspraak van Augustinus ("onze harten zijn rusteloos totdat zij rust in U vinden, o God"), stelt Pemberton dat de rusteloosheid van mensen soms ongemakkelijk kan zijn, maar dat het ook een gave van God is, waarvoor we dankbaar mogen zijn. We zoeken God, omdat God onafgebroken op zoek is naar ons. (vgl. het verhaal van Kain en Abel in het Oude Testament of de parabel van de Goede Herder). In Joh 1, 38 -39 antwoordt Jezus op de vraag van de leerlingen, waar hij verblijft: 'Kom en zie'.
Als mensen tegenwoordig een pelgrimage ondernemen, is dat, aan de oppervlakte bezien, altijd een vom van toerisme (ze maken een reis), maar op een dieper niveau is het een tocht maken op zo' n manier dat de rusteloosheid of wanderlust altijd een zoeken naar God is, zelfs als God ons zoekt. " Op onze pelgrimage zijn we allemaal zielevaarders. Iedereen maakt de bewuste keuze om het heilige te zoeken, wat betekent antwoorden op Gods uitnodiging: ' Kom en zie'." (p. 12)

Bron:
Cintra Pemberton O.S.H., Soulfaring. Celtic Pilgrimage Then and Now, Morehouse Publishing/SPCK, London, 1999, p. 1-12


Geen opmerkingen:

Een reactie posten