vrijdag 4 april 2014

Motieven om te pelgrimeren

Volgende week vrijdagavond 11 april word ik verwacht in de Holy Trinity Hall in Melrose. Daar verzamelen zich de ongeveer twaalf deelnemers, die dit jaar meelopen met de Melrose leg van de Northern Cross pilgrimage Ook op andere plekken komen pelgrims bijeen. Langs zeven routes lopen zij in de Goede Week naar Lindisfarne (Holy Island). Op vrijdagochtend komen alle groepen samen bij de kust en lopen zij gezamenlijk over de oude pelgrimsroute naar dit getijde eiland. De pelgrimage wordt afgesloten op Paaszondag. Zelf zal ik dan nog veertien dagen op Lindisfarne blijven. Ik heb gekozen voor de  route van Melrose naar Lindisfarne, omdat die grotendeels de route volgt van de St Cuthbert's Way. Dat is een voetpad, dat in 1996 is geopend en is vernoemd naar de Angelsaksische heilige St Cuthbert. Als zestienjarige jongen trad Cuthbert in 651 in het klooster van Melrose in. In 664 werd hij prior van het klooster op Lindisfarne. Vanaf 676 leidde hij een kluizenaarsleven op de Farne eilanden om in 685 benoemd te worden als bisschop van Lindisfarne. Hij stierf in 687. Meer over deze heilige in een van de volgende blogs.

Waarom heb ik gekozen voor deze niet zo bekende pelgrimstocht? Zes jaar geleden volgde ik op Iona een week met als thema 'Pilgrim people, pilgrim church'. Ian Bradley, docent praktische theologie en kerkgeschiedenis aan de universiteit van St Andrew's, presenteerde daar een aantal hoofdstukken uit zijn op dat moment nog niet verschenen boek 'Pilgrimages'. Het laatste hoofdstuk gaat over de St Cuthbert's Way. Ray Simpson, stichter van de Community of Aidan and Hilda op Lindisfarne, deelde met ons zijn inzichten over Keltische spiritualiteit en pelgrimeren. Van hem hoorde ik voor het eerst over de Northern Cross pilgrimage.
In 2011 en 2013 hebben Desiree en ik de Goede Week en Pasen meegemaakt op Iona. Hoe verschillend die weken ook waren, ik heb zelden zo intensief en bewust de Goede Week beleefd en toegeleefd naar het paastriduum. (De foto's zijn van de kruisweg over het eiland op Goede Vrijdag).

 
Ik verwacht dat deelname aan de Northern Cross Pilgrimage mij ook een bijzondere invulling van de Goede Week geeft. Het biedt mij tevens  de mogelijkheid om ook eens Lindisfarne te bezoeken, acht dagen te lopen door een bijzondere streek, onderweg ontmoetingen te hebben met andere pelgrims, etc.
 
Motieven moderne pelgrims
Bradley's boek over pelgrimeren bestaat uit twee delen: een algemeen deel en portretten van 13 bedevaartsoorden of pelgrimstochten in Europa, zowel rooms-katholieke als protestantse. Hij constateert, dat pelgrimeren in de laatste dertig jaar weer populair is geworden. Waren de motieven van pelgrims daarvoor vooral religieus van aard, nu zijn ze een amalgaam van persoonlijke motieven.
Dat is heel goed zichtbaar bij de pelgrimstocht naar Santiago de Compostela. Die wordt door heel uiteenlopende mensen gelopen. Van backpackers uit Australië, Nieuw Zeeland en de Verenigde Staten voor wie de route populair is vanwege de goedkope overnachtingsmogelijkheden tot net gepensioneerden, die deze overgang in levensfase willen markeren, van jongeren uit Spanje die elkaars gezelschap zoeken tot mensen die aangetrokken zijn door de culturele rijkdom langs de route, van mensen die een ontslag, verlies of crisis willen verwerken tot mensen die komen vanwege een gelofte. Bij de refugio in Roncesvalles kunnen de pelgrims als motief een of meerdere van de volgende categorieën aankruisen: religieus, spiritueel, recreatief, cultureel of sportief. (Bradley, p. 109).
De Noorse St Olaf's pelgrimsweg van Oslo naar Nidaros (Trondheim) hanteert vergelijkbare simpele categorieën, maar legt net weer even andere accenten: historische belangstelling, sociaal contact, culturele interesse, natuur, religieus geloof en gezondheid. (Bradley, p. 153)
In het eerste deel van zijn boek geeft hij ook een mooie omschrijving van dit complex van motieven: "De zoektocht naar een diepere spiritualiteit en naar mentale, fysieke en psychologische heelwording is gemengd met een zucht naar avontuur, een verlangen om de sleur te doorbreken, de horizon te verbreden en een nieuwe en andere ervaring op te doen. Pelgrimages worden nog steeds ondernomen, net zoals vaak in de Middeleeuwen, als boetedoening, als onderdeel van een poging om het eigen leven te heroriënteren en een nieuwe start te maken, hindernissen te overwinnen en - al is het maar tijdelijk - een eenvoudiger en minder comfortabele leefstijl te leiden." (Bradley, p. 16) Hij voegt er aan toe, dat veel pelgrims ook de ervaring van gemeenschap tijdens een pelgrimstocht waarderen. Vaak gaan ze ook op pelgrimstocht om een kroonjaar of significante gebeurtenis in het eigen leven te markeren.
 
Klassieke motieven
Pelgrimages kenden ook een grote bloeiperiode in de Middeleeuwen. Andriessen maakt onderscheid tussen twee soorten pelgrims: de vrijwillige en de verplichte pelgrims. De tweede soort kennen we nu niet meer. Maar in de Middeleeuwen was het heel gewoon, dat mensen op bedevaart gingen op grond van een veroordeling. Bij de Ierse monniken begon dat al vroeg. In Adomnan's Life of St Columba staat een verhaal dat Columba (521-597) een Ierse jongeman, die in zijn vaderland een moord had begaan en 'een lange reis had ondernomen om zijn zonden uit te wissen op een pelgrimage', eerst zeven jaar naar Tiree stuurt en vervolgens terug naar huis om het goed te maken. (Low, p. 165) Vanaf de negende eeuw wordt dit ook een gebruik op het continent. Aanvankelijk werd een strafbedevaart alleen opgelegd voor zware misdaden. Vanaf de dertiende eeuw pasten de kerkelijke autoriteiten deze straf ook toe voor minder zware vergrijpen. Hoe zwaarder het vergrijp, hoe verder weg het bedevaartsoord dat bezocht moest worden. Bij thuiskomst moest de pelgrim dan via een verwijsbrief laten zien, dat hij zijn verplichting was nagekomen. Het wegsturen op een bedevaart had voor beide partijen voordelen. De veroordeelde was een tijd weg uit de eigen gemeenschap, de gemoederen konden zo tot rust komen. En de pelgrim zelf kreeg de gelegenheid zich onderweg op zijn zonden te bezinnen.
Maar de meeste pelgrims waren toch vrijwillige pelgrims. Die gingen op pad uit godsvruchtige redenen. Ze pelgrimeerden vanwege een gelofte, om genezing te zoeken, uit dankbaarheid, uit vrijwillige boetedoening, omwille van het eeuwige heil, tot verdieping van het geestelijk leven, uit devotie tot een bepaalde heilige, vanwege tradities in de families, uit zucht naar avontuur en uit 'heimwee' naar de verte. (Andriessen, p. 14) Bradley noemt ook nog het verlangen om weg te vluchten uit de druk en de verantwoordelijkheden van het dagelijks bestaan. Zo veroordeelde het Concilie van Chalons-sur Saone in 813 arme mensen die op bedevaart gingen primair omdat het hen een gemakkelijke gelegenheid bood om te bedelen. (Bradley, 44)
 
Het valt mij op, dat de laatste motieven in dit overzicht tamelijk werelds zijn. Ook uit andere verslagen en vermaningen blijkt, dat religieuze motieven wel voorop stonden, maar dat andere motieven zeker ook een rol speelden. De Canterbury tales van Chaucer laten ook andere aspecten zien.
 
Geraadpleegde literatuur:
 
H. Andriessen en C. Mooren, Pelgrimeren in de praktijk, Nijmegen, 2000
Ian Bradley, Pilgrimages, A spiritual and cultural journey, Oxford, 2009
Mary Low, St Cuthbert's Way. A pilgrim's companion, Glasgow, 1999/2009
 
 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten